Ik wil niet weten wat voor werk je doet.
Ik wil weten waar je in je hart naar hunkert,
en of je durft te dromen van de vervulling van dat verlangen.
Ik wil niet weten hoe oud je bent.
Ik wil weten of je voor gek durft te staan uit liefde,
ter wille van je dromen, ter wille van het avontuur van het leven.
Ik wil niet weten welke planeten jouw maan kruisen.
Ik wil weten of jij in het centrum van je verdriet,
de ongemakkelijke kanten van het leven je hebben geopend,
of dat je je levenslust hebt verloren en je hebt afgesloten
uit angst voor nog meer pijn.
Ik wil weten of je bij pijn kunt zijn, de mijne of de jouwe,
of je uitbundig kunt dansen en extatisch kunt zijn tot in de toppen van je vingers en tenen,
zonder ons te waarschuwen om voorzichtig of reëel te zijn,
of te denken dat je als mens beperkt bent.
Ik wil niet weten of het verhaal dat je mij vertelt waar is.
Ik wil weten of je een ander kunt teleurstellen door trouw te zijn aan jezelf,
of je het kunt verdragen van verraad te worden beschuldigd en geen verraad pleegt aan jezelf.
Ik wil weten of je trouw bent en dus betrouwbaar kunt zijn.
Ik wil weten of je schoonheid kunt zien,
ook al is niet elke dag even makkelijk.
En of je je leven kunt scheppen in God’s aanwezigheid.
Ik wil weten of je kunt leven met mislukkingen, de mijne of de jouwe,
en toch aan de oever van een meer kunt staan om ‘Ja’ te roepen tegen de volle maan.
Ik wil niet weten waar je woont of hoeveel geld je hebt.
Ik wil weten of je na een nacht van verdriet en wanhoop kunt opstaan,
vermoeid en gekwetst tot in je botten,
en voor je kinderen doet wat nodig is.
Ik wil niet weten wie je bent of hoe je hier bent gekomen.
Ik wil weten of je met mij in het centrum van het vuur kunt staan zonder terug te deinzen.
Ik wil niet weten waar of met wie je hebt gestudeerd.
Ik wil weten wat je staand houdt als al het andere wegvalt.
Ik wil weten of je alleen kunt zijn met jezelf,
en of je in de lege momenten echt op je eigen gezelschap gesteld bent…
Uriah Mountain Dreamer, mei 1994